ROTTERDAM – De Rijksrecherche onderzoekt of Rotterdamse wethouder Faouzi Achbar zelf opdracht heeft gegeven voor de brandstichting in zijn huis, vorig jaar juli. Het Openbaar Ministerie (OM) bevestigt dit na berichtgeving van het AD. Achbar is formeel als verdachte aangemerkt. De woning van Achbar, wethouder van Denk, brandde grotendeels uit. Het OM onderzoekt nu of de brand opzet was, zoals eerder bleek uit de verklaring van de verdachte, Rudney E., die aangaf dat hij door twee mannen, waaronder Achbar, werd benaderd om de brand te stichten voor verzekeringsfraude, aldus het AD.
Achbar en zijn vrouw hebben schadevergoedingen geëist die volgens het OM onvoldoende onderbouwd zijn, gezien het lopende onderzoek naar de rol van Achbar zelf. Het AD meldt dat Achbar en zijn partij, Denk, de beschuldiging afdoen als absurd. Volgens hen is het onacceptabel dat de wethouder, als slachtoffer, nu wordt beschuldigd. De Rotterdamse afdeling van Denk spreekt van een “absurde, ongefundeerde en bijna lachwekkende beschuldiging” in een reactie aan het AD.
De brandstichting, die vorige jaar voor veel opschudding zorgde in de Rotterdamse politiek, werd aanvankelijk toegeschreven aan de brandstichter, die pas in januari werd aangehouden. Het AD meldt dat hij de brandstichting erkende, maar zijn advocaat claimt dat hij door anderen als loopjongen werd gebruikt en niet verantwoordelijk was voor het plan.
Achbar, die sinds 2022 wethouder is voor Denk, heeft tot nu toe geen reactie gegeven, aldus een woordvoerder in het AD. Of Achbar daadwerkelijk opdracht heeft gegeven voor de brand, moet nog blijken. De zaak tegen de tussenpersonen loopt nog.
