Bolle Jos moet alsnog 221 miljoen euro terugbetalen, vindt OM

BINNENLAND – Het Openbaar Ministerie (OM) heeft beroep ingesteld in de ontnemingszaak tegen de veroordeelde en gezochte Jos Leijdekkers. Het OM had een bedrag van ruim 221 miljoen euro aan zogenoemd ‘wederrechtelijk verkregen voordeel’ gevorderd, het bedrag dat de veroordeelde heeft verdiend met criminele activiteiten.
Op 14 juli stelde de rechtbank Rotterdam in haar vonnis een bedrag van bijna 127 miljoen euro vast, en legde een betalingsverplichting van bijna 97 miljoen euro op. Het OM is het niet eens met dit vonnis. Het OM vindt dat de rechtbank op een verkeerde manier berekent hoeveel voordeel Leijdekkers heeft gehad. De periode die de rechtbank hanteert is volgens het OM onvolledig en te beperkt. Zo meent het OM, in tegenstelling tot de rechtbank, dat ook de periode direct na het plegen van de strafbare feiten meegenomen moet worden. Het criminele geld kan immers pas uitgegeven worden nadat het verdiend is.
Het OM is het er ook niet mee eens dat de rechtbank de aankoopkosten van in beslag genomen cocaine in mindering brengt op het bedrag dat hij aan de Staat moet terugbetalen. Het is volgens het OM niet uit te leggen aan de maatschappij dat iemand zijn illegaal verdiende geld investeert in cocaine, en dat die investeringskosten dan als bedrijfsrisico worden gezien.
Ook valt het OM erover dat een appartement in Dubai en in beslag genomen horloges op naam van de moeder van de verdachte door de rechtbank niet meegenomen zijn. Volgens het OM zijn er voldoende aanwijzingen in chatgesprekken dat ze die van Leijdekkers heeft gekregen.
Daarom verzoekt het OM het Gerechtshof om het wederrechtelijk verkregen voordeel en de betalingsverplichting alsnog vast te stellen op een bedrag van ten minste 221.675.808 euro.